Sommige soorten voedsel vallen onder wat de Engelsen “an acquired taste” noemen – je moet ze leren eten. Dat is makkelijker als ze delicatessen zijn in het land waar je opgroeit. Wat voor de één een nationale smikkelpartij is, is voor de onschuldige buitenlander een bron van afschuw. De volgende gerechten vallen binnen de categorie: “heel bijzonder, maar ik bestel het niet nog een keer”.
Haggis
Nog niet zo lang geleden aten wij in Nederland ook veel orgaanvlees. Maar in andere landen weten ze nog steeds wel raad met de binnenkant van beesten, die hier tegenwoordig het dierenvoer in gaan. Haggis, dat gemaakt is van schapenorganen (longen, lever en hart), is dan ook eten voor de doorgewinterde reiziger. Dit Schotse gerecht wordt eerst goed fijngehakt, gemengd met havermout, vet en zout, en dan gekookt in een schapenmaag.
Zoute drop
Moeilijk te geloven maar waar – wat voor de meeste Nederlanders en Scandinaviërs een heerlijk snoepje is, is voor veel buitenlanders onbegrijpelijk. Waarom zou je drop op smaak brengen met ammoniak, een stof die elders alleen in urine en rottend vlees wordt aangetroffen? Die associatie maakt het voor oningewijden moeilijk om van zoute drop te genieten. Jammer dan – meer voor ons!
Jing Leed
Sprinkhanen zijn een prima bron van eiwitten. In Vietnam en Thailand worden ze goed gekruid en dan gefrituurd – een lekkere snack voor tussendoor, onder de naam Jing Leed. Hier in Europa beschouwen we kreeft en garnalen als een lekkernij – dus wie zijn wij om vraagtekens te zetten bij Jing Leed?
Schapenkop
In verschillende landen in Centraal-Azië en het Midden-Oosten gooit men na het slachten de schapenkop niet weg. Die wordt ontveld, gebarbecued of gekookt, en in zijn geheel opgediend. Meestal met de ogen er nog in. De schapenkop geldt als een genot en wordt dan ook geserveerd aan de meest geëerde gast in het gezelschap. En als je op bezoek gaat bij een familie in één van deze landen, dan ben jij dat. Bon appetit.
Vogelnestjessoep
De naam van dit soepje uit Zuidoost-Azië klinkt als een grappig gerecht met mienestjes. Maar het belangrijkste ingrediënt zijn echte vogelnestjes – gemaakt van het speeksel van zwaluwen, die met hun spuug nestjes vormen aan de wanden van kliffen en grotten. Om te genieten van de ‘rubberachtige’ textuur van de vogelnestjes storten elk jaar een aantal verzamelers van hun wankele ladders van bamboe af.